Archive for March, 2014

The Great Ocean Road and the Twelve Apostels

March 23, 2014

The Great Ocean Road and the Twelve Apostels

De meeste mensen die naar Melbourne gaan, proberen ook een stuk over de Great Ocean Road te rijden : de bekende kustroute die tussen Melbourne en Adelaide ligt. De weg werd aangelegd door soldaten die van de Eerste Wereldoorlog terugkwamen – ze hebben er meer dan 13 jaar over gedaan – en is opgedragen aan alle slachtoffers van WOI. Het is het allegrootste oorlogsmunument ooit !
Ik had een dagtour geboekt via de YHA : een groep van 16 man, niet te groot. Lang gelden dat ik zoveel Europeanen en Amerikanen had gezien : een Duitse en een Iers echtpaar, en dan en groepje van 5 Amerikanen. plus daarbij wat Chinezen, Japanners en Koreanen.
Wij hebben de route vanaf Torquay (startpunt) tot Port Campbell National Park gereden waar het uiteindelijke doel voor mij althans was : de 12 Apostels.
De 12 Apostels is een rotsformatie die uit – jawel-;) – 12 enorme rotsen bestaat in het water langs de kust. Door erosie hebben ze zich ‘losgemaakt’ van de kliffen en om toeristen te lokken, heeft men ze de 12 Apostelen gegnoemd – voor 1922 heetten ze anders. Het waren er op een bepaald moment ook maar 9, en geen 12. De erosie gaat eigenlijk nog steeds door en wordt nu vooral veroorzaakt door de enorme golven die metershoog zijn. In 2005 is er een nieuw stuk afgevallen en nu zijn het er nog 8.
Het eerste deel van de dag reden we langs de surf beach – massa’s mensen ver in zee en dan surfen – zelfs van in de verte indrukwekkend ! Mooie tocht – de hele dag lang eigenlijk, zowel het stuk langs de kust als het stuk door het binnenland (we hebben ook in een regenwoud gewandeld en wat koala’s gezien) waren prachtig. Al bij al wel wat veel rijden voor 1 dag, bijna 600 km, maar we waren pas tegen 11 uur ‘s avonds terug, dus eigenlijk viel het wel mee – het was een goede gids en een leuke groep !
Op de foto hierboven lijk ik wat gek te kijken, maar ik keek recht in de (toen nog-;) sterke zon – we waren er rond 17.00 u – eigenlijk geen goed moment op de dag, want je moet de 6 andere rotsformaties die achter elkaar liggen, tegen de zon in fotograferen.

St Kilda … old-glory beach village

March 23, 2014

St Kilda ... old-glory beach village

St Kilda is de ouderwets aandoende badplaats van Melbourne : Lonely Planet schrijft terecht dat je zeker niet moet vergelijken met Bondi Beach (Sydney) maar eerder met Brighton (UK). Beetje vergane glorie, maar leuke hoofdstraat met goede boekhandel en ontzettend veel gebakwinkels !
Ik ga iets drinken in Monarch, een Oost-Europese bakkerij waar ik dan ook iets typisch Pools eet : Kugelhoupf – volgens mij iets joods. Zwaar maar lekker. Qua publiek lopen er wat toeristen rond, en veel locals, jong en oud. Vlakbij de pier zitten er een paar pinguins en ‘s avonds is er ook pinguin kijken.
Het is zeer mooi weer op donderdag (i.t.t. vrijdag en zaterdag – het is dan niet koud, maar er is totaal geen zon) en er wordt in zee gezwommen. Ik heb die dag een dagkaart voor het openbaar vervoer en ga om een uur of drie even heen en weer naar Fitzroy – ‘s avonds ga ik terug naar St Kilda om vis te eten. Met de tram zit je binnen het kwartier in het stadcentrum.
Readings is tot 21.00 u open dus ik ga daar na het eten even binnen (en trek mijn vestje aan, want binnen is het 10° koeler dan buiten) : er staan twee mannen in de boekhandel die me eigenlijk niet precies kunnen vertellen wat nu precies de goede Australische auteurs van het moment zijn … maar dat maakt de boekhandel in Fitzroy op zaterdagochtend weer helemaal goed-;)

Melbourne … not just for tourists

March 23, 2014

Melbourne ... not just for tourists

Rond het CBD liggen een aantal leuke wijken. Carlton is er zo een, een soort van. Little Italy met gewone woonwijken en leuke compacte winkeltjes, en een goede boekhandel (Readings) die tips over Young Adult novels geeft.
Ook Fitzroy is super : boekhandeltjes met mensen die er iets vanaf weten, kleine artisinale bakkerijtjes en ook de Crumpler winkel (Australisch merk van handtassen, fototassen e.d.) waar ik mijn verjaardagscadeau van ma en pa koop !
Ik ga speciaal naar Fitzroy om het Centre for Contemporary Photography te bezoeken, maar dat valt tegen – pech met de tento’s, denk ik. Fitzroy is nog hipper dan Carlton : veel kleine restaurantjes, pop-up winkeltjes, design, speciale koffieshops, … Vooral op zaterdagochtend leeft het er ! Melbourne heeft een eigen krant : The Age – The Australian zie je haast niet liggen als je iets gaat drinken, i.t.t. Perth en Hobart.
Op donderdagavond ga ik met Robert, de enige Europeaan van de Overland Track, iets eten : hij heeft het uit The Guardian : een onogelijk klein Chinees restaurant in een klein onnozel winkelcentrum in het commerciele winkelhart van Melbourne. Ze zijn gespecialiseerd in dumplings, boiled of fried. Fantastisch !
De boekhandelaarster uit Fitzroy heeft tips over de lanes gegeven en bijna op het einde bezoek ik Hosier Lane waar een jonge kunstenaar (nou ja, een jong iemand in ieder geval) aan het werk is. Apart. Ze geeft ook spontaan tips over de goede boeken en raadt me een leuke chocoladekoffieshop aan voor de zaterdagochtendkoffie met krant.
Op zaterdagavond ga ik heel toevallig (wilde nog eens naar Fitzroy toe) eten in Charcoal Lane, een opleidingsrestaurant voor aboriginal en minder begunstigde jongeren – volgens de Lonely Planet ‘one of the best places to try native flora and fauna’. Dat klopt : ik eet wallaby (familie van de kangeroe) en als dessert drie soorten Australische kaas. Alles puur natuur ! En zeer lekker !

Last stop : cultural Melbourne

March 23, 2014

Last stop : cultural Melbourne

Melbourne is een relatief hippe stad van meer dan 3,5 miljoen inwoners en sinds jaar en dag de concurrerende stad met Sydney ! Voor zo’n grote stad, en bv. vergeleken met Antwerpen of Amsterdam zijn er weinig musea, maar dat zal eerder met de jonge geschiedenis van Australie te maken hebben dan met wat anders. Net zoals in Perth is er hier ook een Central Business District met hoge gebouwen, en al het gemeengoed aan fastfoodketens en shops dat je in andere steden ook ziet. Een wat triest aanblik als je met de SkyBuss van het vliegveld komt.
Ook hier ligt de jeugdherberg heel centraal, vlakbij station, Grand Hotel (heb de indruk dat dat in een stuk van het station is) en tram – het is in deze buurt iets lawaaiieriger dan in Perth, omdat het veel meer volgebouwd is. Gelukkig stroomt er hier ook een rivier, de Yarra, met plek voor park en groen.
Verademend centrum is de Federation Square, vlakbij de Yarra, een mix van moderne gebouwen met o.a. een stuk van de Victoria Gallery of Art (Ian Potter Centre), het Australian Centre for the Moving Image en genoeg (wireless) plek voor concerten, markten, …
Ik val de eerste dag meteen op een tentoonstelling ‘Melbourne Now’ over hedendaagse Australische kunst, gesponsord door EY !! Een paar supermooie ontdekkingen, o.a. iets van Patricia Piccinini, volgens de suppoost een medewerkster van Ron Mueck, een Australische kunstenaar die in London woont en levensechte mensen maakt. De Victoria Gallery heeft twee lokaties en ook een vaste collectie met kunst 19de en 20ste eeuw + Aboriginalkunst. Ook hier gaat alles om 17.00 u dicht …
Qua musea heeft Melbourne wel het een en ander in petto, maar toch iets minder dan verwacht. Op dinsdag ga ik naar het Melbourne Museum : alweer een Aboriginalafdeling, herkenbaar maar interessant, en – veel boeiender – een overzicht van de geschiedenis van Melbourne en Victoria ! Het gebouw dateert van de jaren 60/70, denk ik. En is aan vernieuwing toe, maar wat er is, wordt goed tentongewteld en uitgelegd. Er lopen heel wat klassen rond, alle kinderen in uniform (van ruitjesjurken tot sportkleren), wat altijd interessant is om te volgen.
Er is ook een Centre for Contemporary Art : ook hier moet je als niet superkenner wat geluk hebben met de tento’s en dat heb ik : er is een leuke wand met tekeningen die iemand een periode lang gemaakt heeft op een bepaalde tramlijn in melbourne – compleet met commentaar. Leuk project !
Ik ga mijn voorlaatste dag ook nog een keer naar beide Victoria Galerijen om de ‘restjes’ te bekijken. Het ene heeft een Aboriginaltento van hedendaagse kunst : mooie dingen. Het andere heeft toch wel een zeer indrukwekkende verzameling van schilderkunst van de Lage Landen : natuurlijk kom ik niet naar Australie om Van Dijck, Teniers, Rubens, Rembrandt, … te zien, maar afgezien daarvan is het een knappe verzameling !

My Hobart weekend

March 16, 2014

My Hobart weekend

Hobart

In Tasmanie is de bus altijd een beetje reizen-;) : 20 minuten van tevoren inchecken, een heus label aan de rugzak die achter de counter verdwijnt en een terechtwijzing als je te vroeg op het perron staat (m.a.w. de opschriften op de deur niet hebt gelezen-;) Busrit van tweeenhalf uur voor 195 km over de Tasmanian Highway waar je gemiddeld 100 per uur mag en vaak minder – bv. 40 door dorpjes (die er zeer leuk uitzien, boekenwinkeltjes en kleine koffiehuisjes, en telkens een school in – zo lijkt het – barakken). Golvend landschap met veel landbouwgrond en schapen – onderweg luister ik naar de podcasts van BBC World Book Club, want mijn buurvrouw die ik nog wel heel vriendelij een plek naast mij aanbood omdat ze op krukken loopt, is niet erg aanspreekbaar. Van mijn ‘snakes’ (Australische snoepjes die ze tijdens de Overlandtrack bij zich hadden) verorber ik er dan maar een paar alleen. En raar maar waar : ik val net op een Australische schrijver, Christos Tsiolkas (Griekse naam maar een echte Australier).
In de YHA (jeugdherberg – in NL is dit de Stayokay) in Hobart zijn ze even vriendelijk en relaxed als op andere plekken – op zich is het wel de meest onaangename tot nu toe door het gebrek aan een grote zitruimte, eenbehorlijke keuken (ik ga voor het eerst iedere avond uit eten) en een kleine receptie wat – zo beaamt een van de medewerkers diezelfde avond tijdens een babbel – enigszins onhandig werkt. Ook mijn kamergenoten de eerste avond (maar dat wordt met de avond beter) vallen tegen : vinden het allen nodig om na te praten met elkaar als ze resp. om 23.30 u en 3.00 u binnenkomen.
Vrijdag verken ik de stad. De YHA is enorm goed gelegen : 2 minuten van de Waterfront, de supermarkt en het Tasmanian Museum – je zou het slechter kunnen treffen-;) Ik bekijk ook alvast een stuk van het Tasmanian museum, na een glas witte wijn en een paar oesters om de Overland Track nog eens te vieren-;) In het museum alweer de Tasmaanse tijger waarover de meningen verdeeld zijn : wetenschapers geloven dat hij niet meer bestaat want ongeveer in 1936 is de laatqte in de dierentuin overleden, maar anderen zijn ervan overtuigd dat hij in de Tasmaanse wildernis verderleeft – ik ben van plan om ook daarover meer te weten te komen. In het museum is er sinds vrijdag een nieuwe tentoonstelling waarover de museummedewerkers laaiend enthousias zijn en de mensen die daar rondlopen, ook : “Capital and Country – de federation years 1900-1914” over de schilderkunst van vaak ‘overseas’ artiesten tijdens de eerste jaren van het ‘formele’ Australie. Wat impressionistisch-getinte schilderijen en art deco – leuk, maar voor een Europeaan als je het louter kunsthistorisch bekijt, niet zo bijzonder. Het museum heeft voor de rest wel bijzondere collecties, o.a. mooie opgezette dieren, fantastische Antarctica-expo, schilderijen en objecten, een een leuk kindvriendelijk initiatief : de verzameling van een kind tentoongewteld. Op dit moment de Harry Potter verzameling van een elfjarig meisje – leuk ! ‘S Avonds eet ik vis en sla in een cafe-restaurant aan de Waterfront (soort van Simonis in Scheveningen) : verrukkelijk !
Zaterdagochtend bezoek ik de beroemde Salamancamarkt : leuk, zelfs als je niet van plan bent iets te kopen – dat bewaar ik voor Melbourne-;) Ook weer Dutch rots : poffertjes en oliebollen – die hadden in 2001 ook al in Darwin ! Daarna koffie in The Laundry Machine – niet alleen Antwerpen en Gent hebben dit dus (dit is een plek waar je je was kunt doen en ondertussen kunt koffiedrinken, ontbijten, lunchen, … de meeste mensen doen daar zeker niet hun was, heb ik de indruk-;)
Rond 13.00 u ga ik mijn fiets ophalen voor de 12 km fietstocht naar het MONA (Museum for Modern en Old Art) sinds een paar jaar een nieuw museum – prive-initiatief van ene David Walsh dat 75 miljoen Australische $ heeft gekost. Een paar mensen van mijn Overland Track waren hier ook enthousiast over ! In een rots zijn er drie ondergrondse niveaus gebouwd waarin zowel oude kunst als moderne kunst staat. Weliswaar zonder naamplaatjes : daarvoor krijg je een iPod die automatisch aangeeft welke kunstwerken zich in jouw buurt bevinden. In het begin staar je, vind ik, wel meer naar het schermpje dan dat je de kunst bekijkt. Tot mijn grote verrassing veel Vlamingen, Wim Delvoye en ook David Claerbout, en de Brusselaar Francis Alsys en dan nog twee fotografen die ik niet ken. Geen Nederlanders maar wel opvallend veel Zwitsers. Ik kom ook Erwin Wurm die een paar jaar gelden in het Middelheimparkt tentoonstelde, tegen. Sidney Nolan, een Australische kunstenaar die ik ook in Londen en Perth heb gezien, is er ook, en verder bv. ook Damien Hirst. Al bij al een hele belevenis, en met de fietstocht (die best wel zwaar was door de harde wind tegen, 12 km lang), en de boottocht terug een gevarieerde en sportieve middag !
In de jeugdherberg kom ik een Nederlandse tegen met wie ik nog een keer vis ga eten – het is de derde keer dat ik tijdens mijn vakantie Nederlands spreek (in Perth zat er een meisje uit Brchem in de YHA).
Op zondag maak ik een lange wandeling naar Battery Point, een zeer leuke Victoriaans aandoende wijk met een gezellig koffiehuis (waar ik een eclaire eet die voor de verandering met slagroom is gevuld – voor de Ndl. lezers : langwerpige roomsoes met chocolade bovenop), en via de Salamancawijk kom ik terug. Ik bezoek na een fikse regenbui (die tijdens een half dozijnoesters valt) de replica van de hut op Antartica van Dawson, een Australische ontdekkingsreiziger die daar in 1911-1913 op expeditie was – ik was hem ook al in Adelaide tegengekomen. Later kom ik nog meer over hem te weten in het laatste stukje van het Tasmanian Museum. Wel echt handig dat de staatsmusea in Australia gratis zijn-;)
Morgen naar mijn laatste bestemming : Melbourne … time flies !!

The Overland Track (5)

March 16, 2014

The Overland Track (5)

In het hoogseizoen mag je enkel van noord naar zuid lopen, en moet je ook betalen. Je bent verplicht een tent mee te nemen, maar kunt ook in de hutten onderweg slapen als die niet vol zijn. Die zijn zeer basic vergeleken met wat we vorig jaar in Noorwegen hebben gezien : er zijn composttoiletten en watertanken, en that’s it. Een ruimte om te zitten en te koken (maar geen gas, elektriciteit en zo), en bunks om te slapen (geen matrassen). Een paar hutten waren duidelijk heel nieuw, maar het merendeel was dus slapen en eten in dezelfde ruimte. Meestal wel mooie ligging en mooi utzicht. Wij kampeerden op houten vlonders, net zoals de andere kampeerders, enkel hadden wij een plek met een aantal vlonders bij elkaar, speciaal voor groepen. Ik denk dat er drie of vier organisaties zijn die die plaatsen kunnen boeken.
Qua sfeer leek het erg op de sfeer van de Camino in Spanje : je komt elkaar telkens tegen – ik ging meestal wel een babbeltje doen met de individuele reizigers (en tegelijkertijd warmde ik wat op zodat ik niet koud in mijn slaapzak kroop) – met mensen en koken in 1 ruimte was het sowieso warmer dan buiten) en je praat dan met elkaar over de voorbije dag. Het overgrote deel was Australier, ik heb Amerikanen ontmoet (kranige zestigers met zware rugzakken), een paar Duitsers, maar that’s it. Ook bv. een Australische opa die de Overland Track met ieder kleinkind dat 12 werd, liep (hij vond dat een goede leerschool-;), twee broers met hun kinderen, een groepje vriendinnen, … Wel grappig : ondertussen in Hobart kom ik nog steeds mensen tegen die de tocht hebben gemaakt.
Al bij al was dit een zeer leuke ervaring : veel geleerd (ook van andere trekkers), mooie natuur gezien en de benen goed gestrekt – dat geeft een gezond gevoel !

The Overland Track (4)

March 16, 2014

The Overland Track (4)

Het weer was eigenlijk fantastisch – perfect wandelweer : bijna iedere dag wel wat zon, maar twee dagen zonder een straaltje, en enkel de twee laatste dagen koud. Onderweg wallabies en nog een kleiner broertje gezien, wombats, kikkertjes, black currawongs (grote zwarte vogels die weten hoe je een rugzak openritst), possums (heb ik enkel gehoord, niet gezien – komen ‘s nachts rond de tent snuffelen), kevers en last but not least een platypus (weliswaar van ver, maar wel herkend !!), mijn favoriete Australische zoogdier (leeft in het water – een van de weinige zoogdieren die eieren legt – in het Ndl. vogelbekdier). Ik heb zelf geen slangen gezien,maar bij een van de hutten was er wel een black tiger !
Ook verschrikkelijk veel bomen natuurlijk, eucalyptussen en alerlei naaldbomen – vooral de stammen zijn hier zo mooi ! Veel mossen (zoals in de film Lord of the Rings), weides, heide, regenwouden, … Bijna overal regelmatig een ‘creek’ of klein waterloopje, waar je dan water kon halen, zola g het ‘running’ was, was het veilig – altijd lekker koud. Een deel van het gebied lag tijdens de laatste IJstijd onder het ijs – een deel van Cradle Mountain bv. erboven. Het hele gebied is daardoor gevormd.
Wel wat hoogteverschillen hoewel dat wel meeviel : Cradle Mountain (2de dag) was het hoogste punt : 1545 meter, ik ben tot 1500 meter) geweest. Maximum stijging per dag was 200 meter, en we hebben drie dagen boven de 1000 meter gezeten en de rest tussen 800 en 1000 meter. Ik was zowat de enige die ondanks de insect repellant toch nog een paar keer gebeten werd.
Het terrein was vergeken met Noorwegen minder moeilijk : deel over loopplanken (boardwalking), veel grotere keien, maar klauteren moest enkel bij stijgen en dalen, iedere dag hadden we dat wel een aantal keren, enkel de laatste dag niet, en ook de in de regenwouden constant over wortels van bomen. Met de boardwalks kon je je sticks wel niet gebruiken. Ik heb maar 1,5 dag in mijn regenbroek gelopen, voor de rest in shorts. Daarbij moet wel gezegd worden dat ik de enige koudbloedige was : de Australiers kwamen uit Perth en omgeving Melbourne en waren dus gewend aan hoge temperaturen – die vonden 20° bij wijze van spreken niet warm. Je rugzak beschermt je natuurlijk ook tegen de wind – ik liep meestal of in t-shirt, of in regenjack en t-shirt – enkel als we stilstonden trok ik mijn fleece aan. En ‘s avonds natuurlijk.

The Overland Track (3)

March 16, 2014

The Overland Track (3)

Algemeen gezien was het eten kwalitatief zeer goed, ook vaak verse spullen (de twee leiders droegen allebei een rugzak van meer dan 25 kilo – in een aantal stopplaatsen hadden ze een voorraadje niet bederfbaar voedsel) maar kwantitatief niet genoeg – vooral de eerste twee avonden had ik eigenlijk nog wel honger na 1 bord. Ik had het fruit (1 banaan, 2 sinaasappels en 3 appels) mooi verdeeld over de verschilende dagen en de chocolade/mueslibars ook. Maar dat is allemaal wel zoet, terwijl ik meer voor hartig ben – onderweg hebben we best wel gelachen door allerlei dingen op te sommen waarin we zin hadden-;)
We kregen de meeste dagen ook maar 1x thee (en maar 1 cup), omdat de fuel (gasbrandertje) anders te snel zou op zijn. Wat ik niet zo goed begrijp, want onderweg waren er twee plekken van aanvulen voor de gidsen. Als ik dit had geweten, had ik mij eigen brandertje op steentjes meegenomen : weegt niets en je hebt zo een grote beker warm water).
Maar dit is het enige punt van kritiek op de hele organisatie. We hadden een goede groep : bij voorzichtige navraag bleken de meesten de hoeveelheid en gebrek aan thee/koffie niet goed te vinden, maar we hebben daar verder niet de hele tijd over zitten zeuren en het gewoon sportief opgenomen !

The Overland Track (2)

March 16, 2014

The Overland Track (2)

In totaal waren we met z’n 12en : Cynthia en Himisch waren de leiders, down to earth wat je wel wordt als je daar zo steeds wandelt, en dan 8 Australiers (3 echtparen en 2 mannen wiens vrouw niet mee was), een Servier die al jaren afwisselend in Wenen, Londen en Dubai woonde (olieconsultant) en ik. Leeftijd van eind dertig tot eind zestig ! Drie mannen hadden duidelijk een zeer goede conditie (Rob de Servier, Max en John), waar de anderen zeker geen betere conditie dan ik hadden en de meesten in ieder geval meer pijntjes hadden en minder snel liepen. Ik heb duidelijk veel geleerd van de Noorwegentrekking van vorig jaar, kon beter over stenen en zo klauteren, gebruikte mijn sticks goed en had een goed tempo.
Maar iedereen heeft het gehaald, hoewel we de eerste ochtend al een emergency hadden doordat David niet meer kon, en we hadden pas de eerste stijging achter de rug. Suikerprobleem dat snel werd opgelost.
Ons dagschema zag er iedere dag vrij identiek uit : thee of koffie om 7 uur, daarna ontbijt (2x toast met scrambled eggs en verder porridge of cereals – alsof ik thuis was want door de week eet ik iedere ochtend havermoutpap), tent opvouwen en pakken (wat niet lang duurt als je niet veel bij je hebt-;) en rond 8.30u vertrekken. Onderweg een paar stops, tijd voor mueslibars en zo, lunch onderweg (wraps met groente en vis of vlees – ik kan voorlopig geen wraps meer zien) en bij aankomst in kamp soep of thee of niets. Rond 18.00 u eten (hoofdgerecht met toetje) en rond 20.00 u (dit is geen typfout) naar bed.

The Overland Track (1)

March 16, 2014

The Overland Track (1)

Vrijdagochtend was het zover : start van een nieuw hoogtepunt van mijn reis. De Tasmanian Overland Track is een van de bekendste hiking tracks door World Heritage Area ter wereld : een tocht van 62 km die langer wordt door de side walks (bv. een berg die je onderweg (tot 4/5 naar de top-;) beklimt of watervalletjes waarnaar je door een dichte jungle afdaalt). Per dag mogen er 34 mensen starten, je moet je van tevoren registreren, en ook entreegeld betalen en een National Walkpass kopen ! Ik had besloten om dit in groep te doen : een nogal duur grapje voor een backpacker, maar het leek me wel verstandig gezien de strenge voorschriften en moeilijke bereikbaarheid, het materiaal dat je nodig had, en toch ook wel de onbergzaamheid van het gebied. Naderhand gezien zou ik dit best alleen kunnen, zeker nu, na de ervaring die ik heb opgedaan. Verkeerd lopen kun je haast niet – er is maar 1 track. Enkel de side walks kunnen tricky zijn.
In Launeston werd ik ‘s ochtends opgehaald, samen met drie anderen, en in Devonport kregen we samen met de anderen van onze groep de eerste uitleg : inpakken van rugzak. We kregen een rugzak met voor binnenin een waterdichte zak, slaapzak en lakenzak, een matje, crocs (plastic schoenen), drinkbus, regenjas en -broek en niet te vergeten tent en grondzeil. Niet heel zwaar, zeker niet als je zoals ik het minimum aan kleren meenam. En ik droeg echt alles, i.t.t. de andere dames van de groep die allen een partner bij zich hadden, en dus geen tent en grondzeil droegen. Met mueslibars, fruit, notenmix en chocolade woog mijn rugzak in het begin zo’n 11 a 12 kilo. Goed te doen dus, dankzij het minimum aan kleren dat ik bij me had (gecheckt en geelimineerd met Cynthia) ! De rugzak was er een van 52 liter en dat droeg iets prettiger dan mijn eigen rugzak die toch min. 65 liter is, geloof ik. Het grote verschil zit ‘m in de hoogte : deze rugzak kwam niet boven mijn schouders, terwijl dat bij mijn eigen rugzak wel zo is.